Paul ter Heyne's Blog

Ter leering ende vermaeck

Totale vrijheid van meningsuiting is al een feit.

De totale vrijheid van meningsuiting is in de huidige wereld geen recht meer, maar een feit.

Toen Wilders zijn uitspraak deed over Marokkanen waren velen met mij ontsteld en kwaad. Hij had een grens overschreden, hij was uit de kast gekomen en blijkt nu ontegenzeggelijk een racist. Maar naïef als we waren, was hij dat natuurlijk al veel langer; hij mocht het alleen niet zeggen, wilde hij geen processen aan zijn broek krijgen.

Mijn eerste reactie was dat een rechter hem zou moeten veroordelen. Maar de gal die hij uit alle lagen en gezindten in Nederland over zich uitgestort kreeg, bracht mij op een andere gedachte: misschien is Nederland wel toe aan een totale en radicale vrijheid van meningsuiting (RVVM).

Vrijheid van meningsuiting is altijd al een heikel thema geweest. Na een proces van 6 jaar werd Giordano Bruno in 1600 veroordeeld tot de brandstapel, waarop hij reageerde met de woorden: ‘Misschien spreken jullie, mijn rechters, dit vonnis met meer angst uit dan waarmee ik het onderga.’ De geschiedenis leert ons dat onderdrukking van de vrijheid van meningsuiting ons in veruit de meeste gevallen uiteindelijk niks goeds heeft gebracht. En hoeveel verdriet woorden ook kunnen aanrichten, ze zijn verreweg te verkiezen boven kogels en een vergelijk vinden door discussie is altijd beter dan geweld. De geweldsuitbarsting in Syrië is onder meer een manifestatie van jarenlang zwijgen.

Maar in het licht van de laatste ontwikkelingen zijn er nog veel meer argumenten te geven.

De uitspraak van Wilders over Marokkanen heeft de PVV meer schade dan voordeel gebracht en er is zelfs een kans dat de partij uiteenvalt. In een RVVM was Wilders al veel eerder ontmaskerd en wellicht ontmanteld.

Nederland lijkt een land dat klaar is voor het schrappen van de beperkingen. Uitlatingen van Wilders waren bedoeld om haat te zaaien, maar in de praktijk hebben Marokkanen en Nederlanders zich nog nooit zo verbonden gevoeld (in hun gezamenlijke afkeuring). Duidelijke taal lokt een duidelijk antwoord uit: we weten allemaal weer waar we staan. Na de opkomst van Hitler, met Goebbels als icoon, zijn we zo geschrokken van wat woorden konden doen (vooral via de massamedia die toen net opkwamen) dat we ons even geen raad wisten en massaal vrees kregen voor met name volksmenners. Die vrees is tegenwoordig veel minder aan de orde, dankzij een mondiger mens, de internettechnologie, de vrije pers, de globalisering en wat dies meer zij. De beperkingen zijn dus gedeeltelijk gelieerd aan het oude denken in een context waarin ongewenste informatie gemakkelijk tegengehouden kon worden. De Turkse premier Erdogan denkt bijvoorbeeld nog steeds dat hij resultaat gaat boeken als hij Twitter blokkeert.

Het eindoordeel van een rechter is vaak interpretatief. Naast het bepalen wat onder de beperking valt en wat niet (horizontale vrijheid van meningsuiting) is er ook nog een beoordeling in verticale zin. Wie heeft het gezegd? Een hooggeplaatst persoon met ‘maatschappelijke verantwoordelijkheid’ mag minder zeggen dan een Jan-uit-de-straat als reaguurder. Maar hoe beoordeel je dit en waar trek je de grenzen? Omgekeerd moeten politici of bekende personen meer inbreuken op hun persoonlijke levenssfeer gedogen (lees: tegen hem gerichte vrijheid van meningsuiting) dan gewone mensen. Ook Wilders zal moeilijk te veroordelen zijn. Hij heeft immers een vraag gesteld en hij zal aanvoeren dat de suggestie van uitzetting niet aan de orde was, want ook door de emigratie uit een specifiek land aan banden te leggen, kan hij regelen dat er op den duur minder Marokkanen zijn. Kortom, het zal weer een kat en muisspel worden, waarin Wilders weer veel media-aandacht trekt.

Nog een argument is dat het internet ongekende mogelijkheden heeft geopend om meningen vrijelijk te uiten. Een ontwikkeling die niet meer is te stoppen. Pseudoniemen en speciale programma’s zoals Freenet zorgen voor veel vrijheid omdat de technologie garandeert dat het materiaal niet kan worden verwijderd (gecensureerd) en dat de auteur technisch niet is te verbinden aan een fysieke identiteit of organisatie. Op het internet is de radicale vrijheid van meningsuiting al dagelijkse praktijk. Kijk maar wat de reaguurders allemaal straffeloos kunnen zeggen. Misschien is het wel daarom dat er nog maar heel weinig (met succes) een beroep gedaan wordt op beperkende artikelen. Zelfs inperkingen die vitale belangen en de veiligheid van de staat moeten garanderen, lijken te hebben afgedaan. Bevlogen individuen trotseren desnoods de doodstraf en gaan gewoon tot publicatie over, juist in die gevallen. Er is een goede kans dat zelfs Snowden niet veroordeeld wordt. En voor wat betreft het belang van de bescherming van de goede naam of de rechten van anderen; wat stellen die nog voor sinds Lucky TV niets meer in de weg wordt gelegd koning Beatrix af te beelden met een onderlichaam van een verlepte, naakte Papoea?

De moderne mens is al heel wat gewend, schiet minder vaak in een verdedigende kramp en is minder vaak geneigd om een belediging van een lid van de eigen groep op te vatten als een aanval op de hele groep. Ook koestert hij een steeds sterker geloof in de zelfreinigende werking van de maatschappij in die zin dat hij denkt dat de echte offender door velen moreel veroordeeld, dan wel niet-serieus genomen zal worden. Maarten van Rossum noemt Wilders al jarenlang steevast ‘gekke Geert’.

Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens gaat de facto al verder dan de Nederlandse wetgeving. De vrijheid van meningsuiting omvat volgens het hof óók het recht om te beledigen. Het EHRM heeft meerdere malen aangegeven hoe ver het recht van vrijheid van meningsuiting nu eigenlijk gaat (EHRM 24 februari 1997, de Haes and Gijsels v. Belgium, en eerder in EHRM 26 april 1979, Sunday Times):

The Court reiterates that the press plays an essential role in a democratic society. (…) freedom of expression is applicable not only to ‘information’ or ‘ideas’ that are favourably received or regarded as inoffensive or as a matter of indifference, but also to those that offend, shock or disturb the State or any section of the community. In addition, journalistic freedom also covers possible recourse to a degree of exaggeration, or even provocation (…).

Ten slotte zijn er nog bijkomende voordelen te behalen. Denk maar aan het feit dat een rechter Kunst niet meer hoeft te beoordelen of zelfs te verbieden. Ook wordt het recht op respect van iemands religieuze gevoelens vaak misbruikt om rationele kritiek tot zwijgen te brengen. Invoering van een Radicale Vrijheid Van Meningsuiting (RVVM)… laten we het eens proberen! Als het uit de hand dreigt te lopen, kunnen we het gemakkelijk weer terugdraaien.

© Paul ter Heyne, Valencia, 24 maart 2014

 

Dit artikel is op zaterdag 29 maart gepubliceerd in Het Parool onder de titel: Radicale vrijheid is te proberen

Het Parool – GP – Het Laatste Woord, Saturday 29 March 2014, 563 words – 1/2

 

Comments are closed.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

[Top]