Paul ter Heyne's Blog

Ter leering ende vermaeck

Verwijt aan Bos is erg eenvoudig achteraf

In de psychologie geldt dat het achteraf, onder nieuwe omstandigheden, erg moeilijk is om je te bedenken wat je dacht voordat de situatie veranderde. Bezie de daden van Wouter Bos daarom met enige clementie, stelt Paul ter Heyne.

Toenmalig minister Bos (Financiën, PvdA) heeft in 2008 zijn kop boven het maaiveld uitgestoken. Zoals bekend moet je dit niet doen in Nederland. Het eindoordeel van de parlementaire enquêtecommissie onder leiding van Kamerlid Jan de Wit (SP) en de manier waarop dit in de pers is samengevat, doen geheel ten onrechte afbreuk aan de goede reputatie van Bos.

Iemand die veel onderzoek naar besluitvorming in onzekere omstandigheden heeft gedaan, is de gerenommeerde psycholoog en winnaar van de Nobelprijs voor economie (2002) Daniel Kahneman. Zijn jongste boek, Thinking, Fast and Slow, spoort aan om op een wat minder populistische en meer wetenschappelijk manier naar deze zaak te kijken.

Een algemene beperking van het menselijke verstand is zijn imperfecte vermogen de wetenschappelijke stand van zaken uit het verleden – of een overtuiging die inmiddels is veranderd – te reconstrueren. Op het moment dat je een nieuwe kijk op de wereld (of een deel ervan) aanneemt, verlies je onmiddellijk het vermogen tot herinneren van wat je gewoon was te geloven voordat je van gedachten veranderde. Dit is niet zomaar een opvatting. Heel veel psychologen hebben dit afdoende aangetoond in hun experimenten en studies.

Het onvermogen om vroegere overtuigingen te reconstrueren, zal onvermijdelijk leiden tot een onderschatting van de mate waarin je je door gebeurtenissen hebt laten verrassen. Ook dit is aangetoond, onder meer door de experimenten van Baruch Fischhoff. Dit ‘ik-wist-het-altijd-al-effect’ heet in de psychologie the hindsight bias. In meer rechttoe rechtaan bewoordingen is dit de valkuil van het gelul achteraf. Het maakt niet uit of het hierbij gaat om de zienswijze van één persoon of van meerdere tezamen (een onderzoekscommissie).

De invloed van dit psychologische mechanisme is zonder enige twijfel ook van toepassing op de beoordeling van alle zes de crisismaatregelen die de overheid in 2008 en 2009 nam om de acute problemen in het Nederlandse financiële stelsel te bestrijden en die vier jaar later door de commissie De Wit zijn onderzocht.

Hindsight bias heeft een uiterst schadelijk effect op de evaluatie van beslissers. Het leidt ertoe dat waarnemers de kwaliteit van een beslissing achteraf niet beoordelen op basis van de vraag of het besluitvormingsproces gezond was, maar op basis van een al dan niet goede uitkomst. Wij zijn geneigd om beslissers in onzekere situaties achteraf verantwoordelijk te stellen voor statistisch goed afgewogen beslissingen die slecht uitpakken, en hen te prijzen voor slechte beslissingen die achteraf, door toevallige omstandigheden, goed uitpakken.

Op 10 juli 2001 verkreeg de CIA informatie dat Al-Qaeda mogelijk een aanval zou plannen tegen de Verenigde Staten. Directeur George Tenet van de CIA besloot de informatie niet door te spelen aan president Bush, maar aan minister Rice (Buitenlandse Zaken). Later, toen de dramatische aanslag van 9/11 daadwerkelijk plaatsvond, schreef een voornaam journalist van The Washington Post: Het lijkt mij vrij elementair dat als je het verhaal in handen hebt gekregen dat de wereldgeschiedenis zal domineren, je net zo goed meteen naar de president kunt gaan. Maar op 10 juli wist nog niemand, en kon ook niemand weten, dat dit kleine hapje informatie zo’n prominente plaats zou innemen in de loop van onze wereldgeschiedenis.

Wat is de waarde van een conglomeraat als ABN Amro op een moment dat de beurzen heftig bewegen, de boekhoudkundige waardering niet meer klopt en de directeuren of aandeelhouders het zelf niet meer weten? Op een moment ook dat men principieel niet kan weten of de financi�le crisis zich zal doorzetten – al dan niet door toedoen van een halfgare politicus uit Zuid-Europa, een rating net op het verkeerde moment of een partijpolitiek beladen ontslag van een directeur van de Europese Centrale Bank – of dat de crisis het dieptepunt heeft bereikt en een opleving zich aandient?

Als dit laatste het geval zou zijn geweest, zou Bos inderdaad een ‘koopje’ hebben gedaan, zoals sommige kranten in het begin meldden. Het is denkbaar dat de SP hem dan in de Kamer ter verantwoording had geroepen over de vraag waarom hij de Belgen een poot heeft uitgetrokken en daarmee een verstoorde relatie met de zuiderburen riskeert. Boven dit alles komt in dit geval ook nog het feit dat er een nationale ramp was ontstaan als de Belgen zelf een te genereus bod zouden hebben afgewezen. Dit gaf een extra moeilijke dimensie aan de onderhandelingen.

De commissie-De Wit zou zich niet moeten laten verleiden tot een al te hard oordeel, laat staan tot een verwijt aan het adres van Bos. Hij heeft immers geheel integer – daar is iedereen het wel over eens – gehandeld, in zeer onzekere en hectische omstandigheden. Onder grote tijdsdruk heeft hij beslissingen moeten nemen. Hiermee heeft hij onmiskenbaar het landsbelang bevorderd.

Laten we blij zijn met dit soort mensen en laten we de vraag of het op een goedkopere manier had gekund niet alleen afdoen als een afgeleide vraag, maar ook als een vraag die nauwelijks nog te beantwoorden is.

Iemand die zijn nek uitsteekt en zijn verantwoordelijkheid durft te nemen, verdient meer krediet. We moeten oppassen dat Nederland niet een land wordt van lafhartige, populistische beslissers. Dat is wat er gebeurt als we dit soort gedrag afstraffen.

Omdat het toepassen van standaardprocedures achteraf moeilijk te bekritiseren is, zijn bestuurders die vermoeden dat hun beslissingen met de wijsheid achteraf zullen worden onderzocht, geneigd tot bureaucratische oplossingen en tot een extreme mate van risicoaversie. Kahneman besluit: Learning from surprises is a reasonable thing to do, but it can have some dangerous consequences.

Ik hoop werkelijk niet dat het eindrapport van de commissie-De Wit dit effect heeft voor toekomstig Nederland. Een aanbeveling zou zijn om in parlementaire enqu�tecommissies voortaan enkele wetenschappers op te nemen.

Wat is de waarde van ABN Amro als je niet weet hoe de financiële markten zich bewegen?

Info: Paul ter Heyne studeerde filosofie aan de Katholieke Universiteit Nijmegen en aan de Universiteit van Amsterdam. Verder studeerde hij economie aan de UvA en was hij enige tijd assistent researcher op het Tinbergen Instituut aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.

Op dit artikel rust auteursrecht van NRC Handelsblad BV, respectievelijk van de oorspronkelijke auteur.

Opinie | Zaterdag 21-04-2012 | Sectie: Overig | Pagina: NH_NL02_004 | Paul ter Heyne

Comments are closed.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

[Top]